Ongedierte en Ziekten

Ongedierte en Ziekten

Succulenten kunnen evengoed aangetast worden door ongedierte of ziekten. De voornaamste schadelijke bezoekers van onze planten die regelmatig voorkomen zijn bladluis, wolluis, wortelluis, schild- en dopluis, rode spint, wortelaaltjes, zwartrot, halsrot, draadschimmels, witte vlieg, slakken, mieren, sciaramuggenlarven. Veel ongedierte vermeerdert snel in droge stilstaande lucht. De beste manier om dergelijke problemen te voor-komen is door je planten regelmatig te inspecteren, snel te handelen als je een probleem opmerkt en ze daarna goed in de gaten te houden. Er zijn gelukkig heel wat onschuldige en ouderwetse huismiddeltjes waarmee wij in veel gevallen goede resultaten mee kunnen behalen. Zeepspiritus is een milieuvriendelijk huismiddel tegen bladluis, wolluis, witte vlieg en spint op planten. Eenvoudig te maken door 20 ml zachte zeep en 20 ml brandspiritus met 1 liter water te mengen. Dit mengsel wordt dan met een plantenspuit verneveld over de aangetaste planten. Na vijf tot zeven dagen de behandeling herhalen.                       

Wolluis

Wortelluis

Dopluis

Schildluis

Bladluis

Spint

Sciara mug

Witte vlieg

Mieren 

Slakken 

Roetdauwschimmel 

Wolluizen zijn rozerode en met witgrijze ”wol” bedekte, pissebedachtige diertjes. Ze zien er zacht en wollig uit en je herkent vast de pluizige witte plukjes die over je plant verspreid zijn. Wolluizen zijn ongeveer een 3-6mm groot en ze leggen hun eitjes in witte pluizige eizakjes. Doordat wolluis plantensappen zuigt, ver-zwakken ze je planten. Na een tijdje planten ze zich zo snel voort, dat er steeds meer plantensappen worden afgetapt waardoor de plant steeds verder verzwakt. Wolluizen scheiden ook honingdauw uit, hierop groeien vaak zwarte roetdauw-schimmels. Samen met de witte wasachtige afscheiding  geeft dit een plakkerige brij, met als gevolg een vermindering van de sierwaarde van de aangetaste plant. Het is dus zaak om je planten zo snel mogelijk van wolluis te bevrijden. Dit mengsel wordt dan met een plantenspuit verneveld over de aangetaste planten. Bij een lichte aantasting van de plant wolluis aanstippen met een in (zeep)spiritus gedoopt kwastje of wattenstaafje. Bij erge aantasting de gehele plant met een harde straal schoon spuiten m.b.v. een plantenspuit gevuld met zeepspiritus. Na een aantal dagen behandeling herhalen.

Wortelluis is een verwant van de wolluis die leeft tussen of op de wortels van planten of aan de voet van een plant. Bij een aantasting zullen, door de luizen, veel voedingsstoffen uit de wortels worden opgenomen waardoor de plant sterk in groei geremd wordt. Wortelluizen zelf zijn moeilijk waar te nemen, Het  enige uiterlijke symptoom is dat de plant niet of slecht groeit wanneer dat wel verwacht wordt. Wanneer we de plant uit de pot nemen, is aantasting te herkennen aan witte wollige spinsels op de wortels en de binnenzijde van de pot kan blauw-achtige vlekken vertonen. Als de aantasting niet te erg is, kunnen we de wortels gewoon met een zeepspiritus oplossing afspoelen, maar bij een erge aantasting is het beter om de wortels  geheel of gedeeltelijk te verwijderen. Laat de plant eerst een aantal dagen  drogen vooraleer ze opnieuw op te potten. 

Een dopluis is een luis die is voorzien van een schild. Het schild is met het lichaam vergroeid en zit dus vast aan het beestje. Dopluizen komen voor op veel planten en bevinden zich zowel op de bladeren, stelen als op de stam. Kleine dopluizen zijn vaak lichtbruin tot groen-gelig van kleur. De grotere exemplaren zijn beter te zien en te herkennen als een dopje. Ze zijn zo’n 4 mm groot en over het algemeen bruin of grijskleurig. Dopluizen voeden zich met plantsappen. Ze prikken in het plantenweefsel en zuigen daar het sap uit, met als gevolg een vermindering van de sierwaarde van de aangetaste plant. Daarnaast veroorzaakt de dopluis schade door de uitscheiding van honingdauw. De honingdauw verschimmeld en is te herkennen als een zwarte roetachtige laag op de bladeren. Dit staat bekend als roetdauwschimmel. Een flinke aanwezigheid van honing-dauw en roetdauwschimmel op de plant kan de groei ernstig belemmeren. Dopluizen komen vaker voor in een ruimte met droge lucht of bij planten die op de tocht staan. Doordat dopluizen zo stevig aan het blad plakken is het zo lastig om ze te verwijderen, je kan ze aanstippen met een wattenstokje met spiritus of de plant schoonspuiten met  zeepspiritus.

De schildluis is een luis die voorzien is van een hard schild. In tegenstelling tot dopluis zit het schild los. Schildluizen zijn vaak waar te nemen in groepen, ze zitten bij elkaar aan de onderkant van de bladeren, op de stelen als op de stam. met als gevolg een vermindering van de sierwaarde van de aangetaste plant. Er zijn heel veel verschillende soorten schildluizen, elk met andere kenmerken zoals vorm, kleur en grootte. Ze zien eruit als platte schijfjes en ze zijn erg klein, is zo’n 1 tot 3 mm groot. Hun lichamen zijn voorzien van een (meestal) bruin of zwart schaalvormig schildje. De poppen zijn bepoederd met een was en lijken daarom op een wolluis. Schildluizen voeden zich met de plantsappen. Ze prikken in het plantenweefsel en zuigen daar het sap uit, hierdoor ontstaat er cosmetische schade en verzwakt de plant. Vaak zie je dat er gele en of bruine vlekken op de bladeren ontstaan. Planten worden belemmerd in hun groei en kunnen zelfs afsterven. Opmerkelijk is dat (in tegenstelling tot de wolluis, dopluis en bladluis) een schildluis geen honingdauw afscheidt. Schildluizen komen vaker voor in een ruimte met droge lucht of bij planten die op de tocht staan. Het is lastig om de schildluis te verwijderen, een voordeel is dat hij niet beweegt. je kan ze aan-stippen met een wattenstokje met spiritus of de plant schoonspuiten met  zeepspiritus.

Bladluis laat de meeste succulenten met rust, maar  bloemstengels  of bladeren van caudiciforme planten  en succulente pelargoniums hebben soms last van bladluis. Bladluizen zijn kleine insecten met een zacht, in verschillende kleuren voorkomend, peervormig lichaam met lange antennes. De groene  of zwarte bladluis is 0,5 tot 7 mm groot, deze halfvleugelige insecten zien we voornamelijk verschijnen op de bloemstengels van vetplanten. Bladluizen kunnen schade veroorzaken aan bladeren, stengels en bloemen door het plantenweefsel te doorboren en het sap eruit te zuigen. Dit kan leiden tot groei-achterstand, om-krullen of vervormen van de bladeren, vergeling of verkleuring. Ze kunnen ook een suikerachtige substantie uitscheiden, honingdauw genaamd, die andere insecten kan aantrekken en kan leiden tot de groei van een zwarte roetdauw-schimmel. Bij aantasting m.b.v. plantenspuit afspuiten met water of zeepspiritus. Na een aantal dagen behandeling herhalen. 

Spintmijten zijn kleine, achtpotige beestjes, die met het blote oog nauwelijks te zien zijn, niet veel groter dan een speldenknop. Met een vergrootglas zien ze eruit als kleine rode spinnetjes. Spintmijten doorboren cellen op het oppervlak van het blad en drinken de sappen die hierdoor vrijkomen. Elke keer dat ze een cel door-boren, laat het een wond achter en er ontstaat een litteken. Het eerste teken dat je spintmijten op planten hebt, zijn webben en kleine bruine vlekken op jonge groei. Op bladplanten zal een aantasting  ervoor zorgen dat het blad geel wordt en uiteindelijk afsterft. Op cactussen vormen ze permanente littekens die kunnen leiden tot andere problemen, zoals schimmel- of virale ziekten. Als ze zich voeden met de groeiende delen van de plant, zal dit de groei belemmeren of ervoor zorgen dat je plant raar groeit. Spint komt het vaakst voor wanneer het  een lange tijd warm en droog is. Hoe warmer het is, hoe sneller de mijt uit zijn eitje komt en  uitgroeit tot een volwassen mijt. Ze planten zich extreem snel voort dus het is belangrijk om deze insecten zo snel mogelijk te bestrijden. Aangetaste
planten  afspoelen met b.v. een plantenspuit. De beste manier om spint te bestrijden, is door te voorkomen dat hij zich kan voortplanten. Spintmijten houden van warme, droge omstandigheden. Zorg dus voor goede ventilatie en verhoog de luchtvochtigheid door planten regelmatig te benevelen.

De sciara mug (varenrouwmug)is een kleine, zwarte mug die in de volksmond ook wel rouwvliegje genoemd wordt. Het zijn veel voorkomende plaaginsecten die vooral binnenshuis te vinden zijn bij planten in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid. Ze zijn zelf niet schadelijk maar de larven die uit de eitjes komen wel die vreten aan de wortels en stengels van stekken, zaailingen of jonge planten. Hierdoor kunnen ze heel wat schade aanrichten. Bestrijden kan door de vliegjes te vangen met  gele plakstrips  bij de plant, waar de rouwmug aan blijft plakken of  de potgrond afdekken met een laagje fijn zand of grind zodat de rouwmug haar eitjes niet meer kan afzetten.

Witte vlieg laat de meeste cactussen en vetplanten met rust, maar bladeren van  caudiciforme planten  of succulente pelargoniums hebben soms last van witte vlieg. Witte vliegen zijn zachte, gevleugelde insecten die nauw verwant zijn aan bladluizen en wolluizen. Ze zijn 1 tot 3 mm groot, enigszins driehoekig van vorm en worden vaak gevonden in groepjes, aan de onderzijde van bladeren. Witte vliegen zuigen plantensappen en produceren op hun beurt een kleverige substantie die bekend staat als honingdauw. Honingdauw is vervolgens de basis voor roetdauwschimmel. Doordat de witte vlieg het plantsap opzuigt zal de plant verzwakken. Bladeren zullen verwelken, worden bleek of geel en de groei zal worden belemmerd. Bij aantasting m.b.v. plantenspuit afspuiten met water of zeepspiritus. Na een aantal dagen behandeling herhalen. Voor een vroegtijdige signaleren en het wegvangen van witte vlieg kan je gebruik maken van kleverige gele vangstrips.

Mieren zijn niet direct schadelijk voor succulenten, maar kunnen behoorlijk hinderlijk zijn. Mieren zijn meestal een indicatie dat je plant(en) wordt aan-gevallen door ongedierte. Dit ongedierte  zoals wolluis, dopluis of bladluis
scheidt
  een suikerachtige substantie uit, honingdauw genaamd, die als voedsel voor mieren dient. Bij grote aantallen  kan nestbouwactiviteit de wortels verstoren.

Huisjes- en naaktslakken kunnen schadelijk zijn voor succulenten vanwege hun vraat. Deze slakken geven de voorkeur aan de zachtere nieuwe groei van succulenten. Op de stam, de stengel of het blad schrapen ze de bovenste laag van het weefsel weg. Dit laat een afgeronde plek of een hap uit de rand van blootliggend weefsel achter die snel korstjes krijgt. Dit vermindert niet alleen de sierwaarde van de planten, maar kan ook mogelijk  leiden tot groei-achterstand. Slakken komen meestal binnen via planten die je in de zomer buiten gezet hebt. Controleer daarom goed de onderkant van de bloempot (het gaatje!) op verstekelingen.

Roetdauw is een schimmel die groeit op suikers die op de plant liggen. Verschillende plagen, zoals wolluis, bladluis, dopluis en witte vlieg, zuigen plantsappen op uit de plant, deze plantsappen bevatten veel suiker. De suikers die ze niet verbruiken, scheiden ze vervolgens af op de  plant in de vorm van honingdauw, dit is een plakkerige substantie. Wanneer de schimmelsporen die roetdauw veroorzaken in aanraking komen met deze honingdauw, blijven ze hieraan plakken. De honingdauw verschimmeld en is te herkennen als een zwarte roetachtige laag op de plant, dit staat bekend als roetdauwschimmel. Roetdauw tast het plantweefsel niet aan, wel houdt de schimmelllaag het zonlicht tegen, met als gevolg belemmering van de groei en een vermindering van de sierwaarde. Roetdauw wordt veroorzaakt door een of meerdere plagen. Om roetdauw te bestrijden is de eerste stap het verwijderen van de insecten die de honingdauw uitscheiden. In sommige gevallen kan een sterke waterstraal alles zijn dat nodig is om het schadelijke ongedierte van de aangetaste plant te verwijderen en de kleverige substantie te verwijderen.

 

WAT VEROORZAAKT ROT IN CACTUSSEN ?

Rot in cactussen wordt meestal veroorzaakt door overmatig vocht als gevolg van te veel water of slechte drainage. Cactussen zijn aangepast om te overleven in droge omstandigheden, dus ze zijn gevoelig voor te veel vocht. Wanneer een cactus te veel water krijgt, wordt de grond drassig. De zuurstoftoevoer naar de wortels wordt verminderd, wat kan leiden tot omstandigheden die de groei van  bacteriën en schimmels bevorderen. Deze micro-organismen kunnen het wortelweefsel aantasten, waardoor het vergaat en afsterft. Naarmate de wortels rotten, verliezen ze hun vermogen om water en voedingsstoffen uit de grond op te nemen, waardoor de cactus kan verwelken en uiteindelijk kan afsterven.

Schimmel- en bacteriële infecties kunnen ook rotting in cactussen veroorzaken, vooral als de plant op de een of andere manier is beschadigd of gestrest. De bacterie kan de plant binnendringen via wonden of natuurlijke openingen en kan zich snel verspreiden door de plantenweefsels. Het veroorzaakt zachtrot in cactussen. Zachtrot  verschijnt meestal als een waterige, slijmerige rot die ervoor zorgt dat het aangetaste weefsel bruin of zwart  en papperig wordt. Schimmelziekten worden vaak veroorzaakt door te veel water geven of een slechte luchtcirculatie, waardoor omstandigheden ontstaan die gunstig zijn voor schimmelgroei. Deze ziekteverwekkers kunnen de wortels, stengels en bladeren van de cactus infecteren, waardoor ze zacht of papperig worden en uiteindelijk rotten. In ernstige gevallen kan de plant een vieze geur afgeven als gevolg van de infectie.

Wortelrot

Tekenen van wortelrot bij cactussen kunnen zijn: zachte of papperige wortels, vergeling of verwelking van de plant, een vieze geur, buiging van de stengel (als gevolg van zwakke wortels) en een gebrek aan nieuwe groei. De plant kan ook verkleurd lijken of donkere vlekken op de stengel of bladeren hebben, en kan vatbaarder zijn voor schade door ziekten of plagen.

Om een cactus met rottende wortels te redden is het belangrijk om snel te handelen. Haal eerst de cactus uit de grond en verwijder voorzichtig rottende of dode wortels met een schoon, scherp gereedschap zoals een schaar of een mes. Laat de plant vervolgens enkele dagen uitdrogen totdat de gesneden gebieden vereelt zijn. Verpot  de cactus vervolgens in een goed doorlatende grondmix, zorg ervoor dat je niet te veel water geeft en zorg voor een goede luchtstroom rond de plant om verdere rot te voorkomen. Het kan ook nuttig zijn om de plant te behandelen met een fungicide om te voorkomen dat eventuele achtergebleven schimmelsporen verdere schade aanrichten.

WORTELHALS ROT

Als een cactus kleine tekenen van rot vertoont aan de onderkant van de stam of de wortelhals, kun je  proberen hem te redden door fungiciden toe te passen, minder water te geven en de plant naar een luchtige, droge plek te verplaatsen. Als de onderkant van de stam of de wortelhals zwaar is aangetast, kan het te laat zijn om de hele plant te redden. In dergelijke gevallen wordt aanbevolen om de gezonde delen van de cactus te verwijderen en te vermeerderen.